Lane Assist

Model 3 bewaakt de rijstrookmarkeringen op uw huidige rijstrook en de omgeving daarvan op aanwezigheid van voertuigen of andere objecten.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zorg elke keer voordat u wegrijdt en voordat u Autopilot-functies gebruikt dat alle camera's schoon en vrij van belemmeringen zijn (zie Een camera reinigen). Vuile camera's en sensoren (indien aanwezig) en omgevingsomstandigheden zoals regen en vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden. Als een camera is geblokkeerd of afgeschermd geeft de Model 3 een melding weer op het touchscreen en zijn Autopilot-functies mogelijk niet beschikbaar. Zie Probleemoplossing bij waarschuwingen voor meer informatie over specifieke waarschuwingen.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Functies van Lane Assist zijn bedoeld als hulpmiddel en niet ter vervanging van uw eigen waarnemingen. Kijk voordat u van rijstrook wisselt altijd in de buitenspiegels en kijk over uw schouder om te zien of het veilig en verantwoord is om van rijstrook te wisselen.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Vertrouw nooit alleen op Lane Assist om u te waarschuwen als u onbedoeld buiten uw rijstrook komt, of om u te waarschuwen dat een voertuig naast u zich in uw dode hoek bevindt. Meerdere externe factoren kunnen de werking van de Lane Assist hinderen (zie Beperkingen en onvolkomenheden). Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om alert te blijven en op de rijstrook en andere weggebruikers te letten. Als u dit niet doet, kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.

Stuuringrepen

Lane Assist grijpt in op de besturing als de Model 3 de wegbelijning van een naastgelegen rijstrook overschrijdt (of nadert) waarin een object, bijvoorbeeld een voertuig, is gedetecteerd. In dergelijke situaties stuurt de Model 3 automatisch naar een veiligere positie op de rijstrook. Deze stuurbeweging wordt alleen uitgevoerd wanneer de Model 3 tussen 48 en 140 km/h rijdt op hoofdwegen met duidelijk zichtbare wegmarkeringen. Wanneer een stuurcorrectie wordt uitgevoerd, wordt op het touchscreen kort een waarschuwing weergegeven.

Rijstrook overschrijdingspreventie

Rijstrook overschrijdingspreventie is bedoeld om uw te waarschuwen wanneer de Model 3 uw rijstrook verlaat of dreigt te verlaten.

Rijstrook overschrijdingspreventie werkt alleen bij snelheden tussen 64 km/h en 145 km/h op wegen met duidelijk zichtbare wegmarkeringen. U kunt kiezen hoe de Rijstrook overschrijdingswaarschuwing werkt door te tikken op Bediening > Autopilot > Rijstrook overschrijdingswaarschuwing en een van deze opties te selecteren:

  • Waarschuwing: Als een voorwiel een rijstrookmarkering overschrijdt, trilt het stuurwiel .
  • Assistent: Er wordt tegenstuur toegepast om de Model 3 in een veilige positie te houden wanneer de Model 3 wegbelijning van een naastgelegen rijstrook overschrijdt of de wegrand nadert.

Als Rijstrook overschrijdingspreventie is ingeschakeld en Traffic-aware Cruise Control actief is en de Model 3 de rijstrook verlaat terwijl de betreffende richtingaanwijzer is uitgeschakeld, controleert Lane Assist ook of u uw handen aan het stuurwiel heeft. Als er geen handen worden gedetecteerd, toont het touchscreen een reeks waarschuwingen, vergelijkbaar met die die worden gebruikt tijdens het rijden met Automatisch sturen. Als handen herhaaldelijk niet gedetecteerd worden, vermindert de Model 3 geleidelijk vaart tot 25 km onder de maximumsnelheid, of onder de ingestelde cruisesnelheid en gaan de waarschuwingslichten knipperen.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Rijstrook overschrijdingspreventie waarschuwt u niet bij het verlaten van de rijstrook en voert geen stuurcorrecties uit wanneer de bijbehorende richtingaanwijzer is ingeschakeld, wat duidt op een bedoelde wisseling van rijstrook.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Rijstrook overschrijdingspreventie is bedoeld voor uw veiligheid, maar werkt niet in elke situatie en u moet zelf blijven opletten en de controle over de auto houden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Houd altijd uw handen aan het stuurwiel en blijf altijd alert.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Het ingrijpen op de besturing is minimaal en niet bedoeld om de Model 3 uit zijn rijstrook te sturen. Vertrouw er niet op dat het ingrijpen op de besturing een zijdelingse botsing kan voorkomen.

Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen

Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen voert automatisch stuurcorrecties uit om een mogelijke aanrijding te voorkomen in situaties waarin:

  • Model 3 een rijstrook verlaat en mogelijk in botsing komt met een voertuig dat in dezelfde richting rijdt in een naastgelegen rijstrook (ongeacht de status van de richtingaanwijzer).
  • Model 3 een rijstrook verlaat naar een rijstrook voor tegemoetkomend verkeer, de richtingaanwijzer is uitgeschakeld en een tegenligger wordt gedetecteerd.
  • Model 3 de weg verlaat en de richtingaanwijzer is uitgeschakeld (bijvoorbeeld zeer dicht bij de wegrand een de kans op een aanrijding aanwezig is).

Wanneer Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen de besturing activeert, klinkt er een geluidssignaal en geeft het touchscreen een waarschuwing weer en wordt de rijstrookmarkering rood gemarkeerd.

Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen werkt wanneer de Model 3 rijdt met een snelheid tussen 64 km/h en 145 km/h op een weg met duidelijk zichtbare wegmarkeringen, stoepranden, enz.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen is geen vervanging voor alert rijden en gezond beoordelingsvermogen. Blijf tijdens het rijden op de weg letten en vertrouw nooit blindelings op Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen om een aanrijding te voorkomen. Diverse factoren kunnen de prestaties beperken of verslechteren. Als u volledig vertrouwt op Rijstrook overschrijdingspreventie in noodgevallen om een mogelijke botsing te voorkomen, kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.

Dodehoekassistentie

Automatische dodehoekcamera

U kunt deze in- of uitschakelen door te tikken op Bediening > Autopilot > Automatische dodehoekcamera op het touchscreen.

Als deze functie is ingeschakeld, wordt op het touchscreen het camerabeeld aan de betreffende zijde van de auto weergegeven wanneer de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld. Als een voertuig in de dode hoek in een naastgelegen rijstrook wordt gedetecteerd, verschijnt er een rode verticale balk op het beeld om u te waarschuwen. Als bijvoorbeeld de linker richtingaanwijzer is ingeschakeld en een voertuig wordt gedetecteerd, wordt links op het beeld een rode verticale balk weergegeven. U kunt het beeld op het touchscreen verplaatsen. Dit doet door het beeld naar een andere locatie te verslepen (geldige locaties worden aangegeven door gearceerde gebieden die worden weergegeven als u het beeld ingedrukt houdt).

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Ondanks Automatische dodehoekcamera, moet u nog steeds zelf op de weg blijven letten en over uw schouders kijken wanneer u van rijstrook wisselt.

Dode hoek waarschuwingsgeluid

Als u wilt dat er een geluidssignaal klinkt wanneer een voertuig in uw dode hoek en een mogelijke botsing wordt gedetecteerd, tikt u op Bediening > Veiligheid > Dode hoek waarschuwingsgeluid.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Ondanks Dodehoekcamera moet u nog steeds zelf op de weg blijven letten en over uw schouders te kijken wanneer u van rijstrook wisselt.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Dode hoek waarschuwingsgeluid kan niet iedere botsing detecteren. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om oplettend te blijven en over de schouders te kijken bij het wisselen van rijstrook.

Waarschuwingslampje dodehoekdetectie

Beide voorportierstijlen zijn voorzien van een waarschuwingslampje voor dodehoekdetectie in het rooster van de bovenste luidspreker. U kunt de indicatoren in- of uitschakelen door te tikken op Bediening > Veiligheid > Waarschuwingslampje dodehoekdetectie. Als een voertuig in de dode hoek in een naastgelegen rijstrook wordt gedetecteerd, verschijnt er een rood lampje in het rooster van de bovenste luidspreker.
  • Er continu brandend rood lampje geeft aan dat een voertuig in de dode hoek is gedetecteerd.
  • Een knipperend rood lampje geeft aan dat zich een voertuig in de dode hoek bevindt wanneer de richtingaanwijzer in de betreffende richting is ingeschakeld.
  • Een snel knipperend rood lampje geeft aan dat een voertuig is gedetecteerd en onmiddellijk een corrigerende handeling noodzakelijk is om een aanrijding te voorkomen.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Vertrouw niet alleen op het waarschuwingslampje voor dodehoekdetectie om te bepalen of zich een voertuig in de dode hoek bevindt. Kijk altijd zelf of een rijstrook vrij is van obstakels voordat u uw rijstrook verlaat.

Beperkingen en onvolkomenheden

Lane Assist kan wegmarkeringen niet altijd detecteren en u ervaart mogelijk onnodige of ongeldige waarschuwingen in de volgende situaties:

  • Zicht is slecht en wegmarkeringen zijn niet goed te zien (bijvoorbeeld bij zware regenval, sneeuw, mist enz.).
  • Fel licht (zoals van koplampen van tegenliggers of direct zonlicht) hindert het camerazicht.
  • Het camerazicht wordt geblokkeerd door een voertuig vóór de Model 3.
  • De voorruit belemmert het zicht van de camera('s) (beslagen, vervuild, afgedekt door een sticker enz.).
  • De wegmarkeringen zijn sterk afgesleten, zijn samen met oudere markeringen zichtbaar, zijn omgelegd voor wegwerkzaamheden of veranderen snel (uitvoegstroken, oversteekplaatsen of invoegstroken).
  • De weg is smal of heeft veel bochten.
  • Objecten en landschapselementen langs de weg werpen een diepe schaduw op wegmarkeringen.

Lane Assist geeft mogelijk geen of onnodige waarschuwingen in de volgende situaties:

  • Een of meer sensoren (indien aanwezig) of camera's zijn beschadigd, vuil zijn of worden belemmerd (door modder, ijs of sneeuw of door een autohoes, te veel lak of zelfklevende producten zoals folie, stickers, rubbercoatings enz.).
  • Weersomstandigheden (zware regen, sneeuw, mist of extreem hoge of lage temperaturen) de goede werking van de sensoren belemmeren.
  • De sensoren (indien aanwezig) worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone geluidsgolven produceren.
  • Een voorwerp dat op de Model 3 gemonteerd is, waardoor een sensor wordt afgedekt of het signaal ervan wordt gestoord (zoals een fietsenrek of een bumpersticker).

Daarnaast is het mogelijk dat Lane Assist de Model 3 niet wegstuurt van een aangrenzend voertuig of ongewenste of verkeerde sturing biedt in de volgende situaties:

  • U rijdt met de Model 3 door scherpe bochten of met een relatief hoge snelheid door een bocht.
  • Fel licht (zoals van koplampen van tegenliggers of direct zonlicht) hindert het camerazicht.
  • U verlaat onbedoeld uw rijstrook maar er is geen object (zoals een voertuig) aanwezig.
  • Een ander voertuig snijdt u of komt onbedoeld op uw rijstrook.
  • Model 3 rijdt niet binnen de snelheden waarvoor de functie Lane Assist is ontworpen.
  • Een of meer sensoren (indien aanwezig) zijn beschadigd, vuil of worden belemmerd (bijvoorbeeld door modder, ijs of sneeuw of door een autohoes, te veel lak of zelfklevende producten zoals folie, stickers, rubbercoating enz.).
  • Weersomstandigheden (zware regen, sneeuw, mist of extreem hoge of lage temperaturen) de goede werking van de sensoren belemmeren.
  • De sensoren (indien aanwezig) worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone geluidsgolven produceren.
  • Er is iets op de Model 3 gemonteerd waardoor de sensor wordt afgedekt (bijvoorbeeld een fietsendrager of een bumpersticker).
  • Zicht is slecht en wegmarkeringen zijn niet goed te zien (bijvoorbeeld bij zware regenval, sneeuw, mist enz.).
  • De wegmarkeringen zijn sterk afgesleten, zijn samen met oudere markeringen zichtbaar, zijn omgelegd voor wegwerkzaamheden of veranderen snel (uitvoegstroken, oversteekplaatsen of invoegstroken).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Driver Assistance-functies worden automatisch uitgeschakeld wanneer Track Mode is ingeschakeld. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te rijden en te allen tijde de controle over de auto te behouden, ook op het circuit. Driver Assistance-functies worden automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer Track Mode is uitgeschakeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
De bovenstaande lijsten met situaties die de functies van Lane Assist kunnen verstoren, zijn niet volledig. Er kunnen talrijke redenen zijn waardoor Lane Assist niet werkt zoals bedoeld. Blijf alert en let altijd op de weg, zodat u zo snel mogelijk kunt inschatten of u moet ingrijpen om een aanrijding te voorkomen.