Verlichting
Bediening verlichting
Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt bedienen, heeft de Model S voor uw gemak verlichting die automatisch aan- en uitgaat op basis van wat u op dat moment doet. Zo gaan de binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten,instapverlichting en de verlichting van de portiergrepen branden wanneer u de Model S ontgrendelt, een portier opent en de selectiehendel in stand P (Parkeren) zet. Na ongeveer twee minuten gaat de verlichting automatisch weer uit of eerder als u schakelt of de Model S vergrendelt.
Buitenverlichting
Telkens wanneer u de Model S start, wordt de buitenverlichting (koplampen, achterlichten, contourverlichting, parkeerlichten en kentekenplaatverlichting) ingesteld op Auto. Ook al schakelt u een andere instelling in, de volgende keer dat u de auto start, wordt altijd de instelling Auto hersteld.
Tik op een van deze opties om de instelling van de buitenverlichting te wijzigen en te behouden totdat deze bij de volgende rit opnieuw wordt gewijzigd:
Indien aanwezig, worden de koplampen automatisch aangepast om uw zicht te verbeteren op basis van uw rijsnelheid en stuurhoek. Bij lagere rijsnelheden met ingeschakeld dimlicht wordt de zijdelingse verlichting door de koplampen versterkt om de zichtbaarheid van voetgangers en stoepranden te vergroten en het zicht te verbeteren bij het afslaan op een donkere kruising, het oprijden van een oprit of het keren op de weg.
Mistlampen
Tik, indien aanwezig, om de mistlichten in of uit te schakelen. Mistlampen werken alleen als het dimlicht van de auto is ingeschakeld. Worden de koplampen uitgezet, dan gaan de mistlichten ook uit.
Leeslampen
Schakel de binnenverlichting (leeslampjes) in of uit. Indien ingesteld op Auto, gaat alle binnenverlichting automatisch aan bij het ontgrendelen van de Model S, bij het openen van een portier om de auto te verlaten en als de selectiehendel in de stand P (Parkeren) wordt gezet.
U kunt de binnenverlichting ook handmatig in- en uitschakelen door de lens aan te raken. Als een binnenverlichting is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model S uitgeschakeld wordt. Als de Model S al was uitgeschakeld toen u de binnenverlichting handmatig inschakelde, gaat deze na 60 minuten automatisch weer uit.
Koplampen na uitstappen
Als de Model S bij weinig daglicht wordt geparkeerd, blijft de buitenverlichting tijdelijk ingeschakeld. Deze verlichting gaat na één minuut of wanneer u de Model S vergrendelt automatisch uit.
Tik op om deze functie in of uit te schakelen. Als Koplampen na uitstappen is uitgeschakeld, gaan de koplampen onmiddellijk uit zodra u de stand P (Parkeren) kiest en een portier opent.
Grootlicht
Duw de richtingaanwijzerhendel van u af om het grootlicht continu aan te zetten. Trek de hendel naar u toe om het grootlicht weer uit te schakelen.
Om het grootlicht kort te laten knipperen, trekt u de hendel naar u toe.
Het grootlicht kan automatisch worden gedimd wanneer er licht vóór de Model S wordt gedetecteerd (bijv. van een tegenligger). Om deze functie in of uit te schakelen, tikt u op of .
In situaties waarin grootlicht wordt uitgeschakeld omdat Automatisch grootlicht is ingeschakeld en er licht vóór de Model S wordt gedetecteerd, kunt u het grootlicht tijdelijk inschakelen door de hendel helemaal naar u toe te trekken.
De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op het instrumentenpaneel om de status van de koplampen aan te geven:
Adaptive Front Lighting System (AFS)
Het Adaptive Front Lighting System (AFS) past, indien aanwezig, automatisch de lichtbundel van de koplampen aan om uw zicht tijdens het rijden te verbeteren. Elektrische sensoren meten de rijsnelheid, stuurhoek en gierbeweging (de draaiing van de auto om de verticale as) om de optimale positie van de koplampen te bepalen aan de hand van de huidige rijomstandigheden. Bijvoorbeeld, om het zicht tijdens het rijden op slingerende wegen in het donker te verbeteren, werpt het AFS de lichtbundel in de richting van de bocht. Wanneer het dimlicht is ingeschakeld of wanneer langzamer wordt gereden, verbetert AFS de verlichting in de breedte om voetgangers en stoepranden beter zichtbaar te maken en het zicht te verbeteren bij het afslaan op een slecht verlichte kruising, op een oprit, of bij het keren op de weg.
Het Adaptive Front Lighting System (AFS) is in werking wanneer de koplampen zijn ingeschakeld. Als de Model S niet rijdt of achteruitrijdt, werken de adaptieve koplampen niet. Dit voorkomt dat de koplampen per ongeluk andere bestuurders verblinden.
Richtingaanwijzers
Duw de richtingaanwijzerhendel omhoog (rechtsaf) of omlaag (linksaf). De richtingaanwijzers knipperen driemaal of continu, afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of omlaag beweegt. Duw de hendel lichtjes omhoog of omlaag voor een reeks van drie keer knipperen. Voor een continu signaal duwt u de hendel helemaal omhoog of omlaag.
De richtingaanwijzers gaan automatisch uit als het stuurwiel weer recht staat of wanneer u de hendel in de middenpositie zet.
Alarmknipperlichten
Om de alarmknipperlichten in te schakelen, drukt u op de knop aan de zijde van het touchscreen het dichtst bij het stuurwiel. Alle richtingaanwijzers knipperen. Druk nog een keer op de schakelaar om de alarmknipperlichten weer uit te schakelen.
Condensvorming in koplampen of achterlichten
Door weersveranderingen, luchtvochtigheid of recente blootstelling aan water (bijvoorbeeld in een wasstraat), kan condensvorming optreden in de koplampen of achterlichten van uw auto. Dit is normaal — naarmate het warmer wordt en de luchtvochtigheid afneemt, verdwijnt de condens meestal vanzelf. Als u merkt dat water zich ophoopt binnen in de buitenlenzen of wanneer condens het zicht van de buitenverlichting aantast, neem dan contact op met Tesla Service.