Starten en uitschakelen

Starten

Wanneer u een portier opent om in de Model S te stappen, gaat het instrumentenpaneel en het touchscreen aan en kunt u alle bedieningen gebruiken. Rijden met de Model S:

Trap het rempedaal in - de Model S wordt ingeschakeld en is klaar om te rijden.
Selecteer een rijmodus - beweeg de versnellingshendel omlaag voor rijden of omhoog voor achteruit (zie Schakelen).

Opmerking

Als de functie Pincode voor rijden is ingeschakeld (zie Pincode voor rijden), moet u ook een geldige pincode invoeren op het touchscreen voordat u kunt rijden met de Model S.

Opmerking

Als Automatisch ontgrendelen is uitgeschakeld en u niet binnen ongeveer vijf minuten het rempedaal intrapt, om de Model S te starten, wordt een bericht weergegeven op het instrumentenpaneel en dient u de Model S met de sleutel te vergrendelen en vervolgens weer te ontgrendelen voordat u met de auto kunt rijden.

Alles wat van belang is tijdens het rijden, wordt op het instrumentenpaneel van de Model S weergegeven.

Sleutel niet in de auto

Als de Model S geen sleutel detecteert wanneer u op het rempedaal trapt, verschijnt er een bericht op het instrumentenpaneel dat er geen sleutel aanwezig is.

Als u deze melding ziet, trap dan het rempedaal in en plaats de sleutel in de bekerhouder in de middenconsole, waar de Model S de sleutel het beste kan detecteren.

Sleutel op middenconsole met pijl wijzend naar bekerhouder

Als de Model S de sleutel dan nog steeds niet detecteert, houd de sleutel dan tegen de middenconsole, direct onder het laagspanning-stopcontact (zie Laagspanning Stopcontact). Of probeer een andere sleutel. Neem contact op met Tesla als een andere sleutel ook niet werkt.

Of de Model S de sleutel kan detecteren, hangt van verschillende factoren af. Voorbeelden daarvan zijn een lege batterij in de sleutel, interferentie van andere apparatuur die gebruik maakt van radiosignalen en fysieke obstakels tussen de zender en de ontvanger.

Houd de sleutel altijd bij u. Na het rijden is de sleutel nodig om de Model S na uitschakeling opnieuw te kunnen starten. Bij het verlaten van de Model S moet u de sleutel meenemen om de Model S handmatig of automatisch te vergrendelen.

Uitschakelen

Zet de auto na het rijden in stand P (Parkeren) door de toets op het uiteinde van de rijhendel in te drukken. Als u met de sleutel de Model S verlaat, zal de auto zichzelf automatisch uitschakelen en gaan het instrumentenpaneel en het touchscreen uit.

Model S schakelt zichzelf ook automatisch uit als de auto langer dan 30 minuten in de stand P (Parkeren) staat, ook als u nog achter het stuur zit.

Hoewel dit gewoonlijk niet nodig is, kunt u de Model S uitschakelen terwijl u achter het stuur zit, op voorwaarde dat de auto stilstaat. Tik op Bediening > Veiligheid > Uitschakelen. Model S schakelt zichzelf automatisch weer in als u het rempedaal intrapt of het touchscreen aanraakt.

Opmerking

Model S schakelt automatisch naar de parkeerstand wanneer de auto vaststelt dat u de auto verlaat (de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt bijvoorbeeld losgemaakt en de auto staat bijna stil). Als u schakelt naar de neutraalstand, schakelt Model S naar de parkeerstand wanneer u het portier opent om uit te stappen. Om Model S in neutraal te laten staan: zie Aanwijzingen voor sleepdiensten.

De auto uit- en weer inschakelen

U kunt de Model S uit- en weer inschakelen wanneer deze ongebruikelijk gedrag vertoont of een niet-omschreven waarschuwing weergeeft.

Opmerking

Als het touchscreen niet reageert of ongebruikelijk gedrag vertoont, start het dan opnieuw op voordat u de auto uit- en weer inschakelt (zie Opnieuw starten van het touchscreen of instrumentenpaneel).

Zet de selectiehendel in stand P (Parkeren).
Tik op Bediening > Veiligheid > Uitschakelen op het touchscreen.
Wacht ten minste twee minuten zonder interactie met de auto. U mag niet de portieren openen, het rempedaal aanraken, het touchscreen aanraken, etc.
Trap na twee minuten het rempedaal in of open het portier om de auto te activeren.