Onderhoud banden

Bandenspanning weergeven

U kunt de bandenspanning op het instrumentenpaneel weergeven door met de knop links of rechts op het stuurwiel de Autostatus weer te geven (zie Toetsen links op het stuur gebruiken of Toetsen rechts op het stuur gebruiken). De spanning van ieder band wordt weergegeven in de visualisatie van uw auto, naast het tijdstip waarop de bandspanning voor het laatst is gemeten. Bepaal of de bandenspanning in Bar of PSI wordt weergegeven door te tikken op Bediening > Scherm > Bandenspanning.

U kunt de bandenspanning ook raadplegen in de mobiele Tesla-app.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Mogelijk dient u een korte tijd te rijden voordat de visualisatie de bandenspanningswaarden weergeeft.

Bandenspanning

Zorg dat de banden altijd op de juiste spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker voor banden, zelfs als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. Deze sticker bevindt zich op de middenstijl en is zichtbaar wanneer het portier aan de bestuurderszijde geopend is.

Sticker op middenstijl
Oranjekleurig pictogram van een uitroepteken binnen een bandsymbool
Het controlelampje van de bandenspanning op het instrumentenpaneel waarschuwt u als de spanning in een of meerdere banden te laag of te hoog is.

Het lampje gaat niet direct uit als de band op de juiste spanning is gebracht. Rijd gedurende een korte tijd met een snelheid van meer dan 25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure Monitoring System) een nieuwe meting te laten doen, waarna de waarschuwing verdwijnt.

Als het controlelampje elke keer bij het inschakelen van de Model S gedurende één minuut knippert, is er een storing in het TPMS geconstateerd (zie TPMS-storing).

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De bandenspanning van uw voertuig neemt af bij lage omgevingstemperaturen. Als het lampje van het bandenspanningscontrolesysteem brandt, vul dat de banden met lucht voordat u gaat rijden. De bandspanning neemt af met één PSI bij iedere daling met 6° C van de buitentemperatuur. De juiste bandenspanning zorgt voor bescherming van de banden tegen oneffenheden in de weg en verbetert het bereik.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Een te lage bandenspanning is de meest voorkomende oorzaak van bandenproblemen en kan leiden tot oververhitting, waardoor scheuren kunnen optreden, koordlagen kunnen losraken en een klapband kan ontstaan. De bestuurder kan dan de controle over de auto verliezen en er is een grote kans op ernstige ongevallen. Een te lage bandenspanning zorgt ook voor een kleinere actieradius en verkort de levensduur van de banden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Controleer de bandenspanning met een bandenspanningsmeter als de banden koud zijn. De banden zijn na ongeveer 1,6 km al zo ver opgewarmd dat de meting niet meer betrouwbaar is. Ook felle zon of extreem warm weer kan de bandenspanning beïnvloeden. Wees niet verbaasd over hogere waardes als u de bandenspanning meet wanneer de banden warm zijn. Laat geen lucht uit warme banden ontsnappen om de voorgeschreven waardes die gelden voor koude banden, te bereiken. Een warme band met een spanning gelijk aan of lager dan de voorgeschreven waarde voor koude banden heeft een gevaarlijk lage bandenspanning.

Bandenspanning controleren en aanpassen

Volg de onderstaande aanwijzingen als de banden koud zijn en de Model S minstens 3 uur stil heeft gestaan:

Oranjekleurig pictogram van een uitroepteken binnen een bandsymbool
  1. Raadpleeg de sticker met informatie over banden op de middenstijl aan bestuurderszijde voor de aanbevolen bandenspanning.
  2. Verwijder het ventieldopje.
  3. Druk een bandenspanningsmeter stevig op het ventiel om de druk te meten.
  4. Breng de band zo nodig op de juiste spanning door lucht toe te voegen of te verwijderen.
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    U kunt lucht laten ontsnappen door het metalen pennetje in het midden van het ventiel in te drukken.
  5. Controleer opnieuw de bandenspanning met de nauwkeurige bandenspanningsmeter.
  6. Herhaal, indien nodig, stap 3 en 4 totdat de bandenspanning correct is.
  7. Brengt het dopje weer aan op het ventiel om het tegen vuil te beschermen. Controleer het ventiel regelmatig op schade en lekkage.

Controle en onderhoud van banden

Controleer de wangen en het loopvlak van de banden regelmatig op vervormingen (uitstulpingen), vreemde voorwerpen, scheuren en slijtage.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Rijd niet met de Model S als een band beschadigd of versleten is, of een te hoge of te lage bandenspanning heeft. Controleer de banden regelmatig op slijtage en beschadigingen zoals scheuren, uitstulpingen, losse koordlagen.

Bandenslijtage

Een toereikende profieldiepte is belangrijk voor goede prestaties van de banden. Banden met een profieldiepte van minder dan 3 mm zorgen voor een verhoogd risico op aquaplaning in natte omstandigheden en mogen niet worden gebruikt. Banden met een profieldiepte van minder dan 4 mm presteren niet goed in sneeuw en sneeuwbrij, en mogen niet worden gebruikt in winterse omstandigheden.

Model S is af-fabriek voorzien van banden met een slijtage-indicator in het loopvlak. Als het profiel tot op 3 mm is versleten, komen deze indicatoren aan het oppervlak, wat het effect geeft van een rubberen streep over de volle breedte van het loopvlak van de band. Voor optimale prestaties en veiligheid adviseert Tesla de banden te laten vervangen voordat de slijtage-indicators zichtbaar zijn.

Monteer de banden met het meeste profiel op de achterwielen, om de rijeigenschappen van de auto te verbeteren en aquaplaning tot een minimum te beperken.

Banden wisselen, wielen balanceren en uitlijnen

Tesla raadt aan de banden om de 10.000 km te rouleren of wanneer het verschil in profieldiepte 1,5 mm of groter is, afhankelijk van wat het eerst wordt bereikt.

Het rouleren van banden is een essentieel onderdeel van bandenonderhoud. Het draagt bij aan een gelijkmatige slijtage van de bandenprofielen, waardoor slijtage en weggeluid van de banden wordt verminderd en de levensduur van de banden wordt gemaximaliseerd.

Banden van auto's met verschillende bandenmaten en niet-directionele banden kunnen van zijkant naar zijkant (van links naar rechts) maar niet van voor naar achteren worden gerouleerd, aangezien de bandenmaten van de voor- en achterbanden verschillen. Door banden van links naar rechts te rouleren kan het profiel langer meegaan door verandering van de draairichting voor elke band en gelijkmatige slijtage van de wangen.

Slecht uitgebalanceerde wielen (soms merkbaar als een trilling in het stuurwiel) hebben een negatieve invloed op de rijeigenschappen en verkorten de levensduur van de banden. Ook bij normaal gebruik van de auto kan er op elk moment een onbalans in de wielen optreden. Laat de wielen in dat geval opnieuw balanceren.

Laat de uitlijning van de wielen controleren als er sprake is van onregelmatige (scheef afgesleten band) of overmatige slijtage.

Lekke band

Controleer de bandenspanning regelmatig om te voorkomen dat u onderweg met een lekke band wordt geconfronteerd. Laat een lekke of beschadigde band zo snel mogelijk repareren of vervangen.

Tubeless banden kunnen niet zomaar lek raken, mits het object in de band blijft zitten. Als u onder het rijden plotseling een sterke trilling voelt of vermoedt dat er een band beschadigd is, verminder dan direct uw snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen en sturen en stop op een veilige plaats. Laat uw Model S naar een Tesla Service Center of een bandenspecialist in de buurt brengen.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
In sommige gevallen kunt u kleine gaatjes (minder dan 6 mm) repareren met een bandenreparatiesetje dat optioneel verkrijgbaar is bij Tesla. Vervolgens kunt u de Model S met een aangepaste snelheid zelf naar een Tesla Service Center of een bandenspecialist in de buurt rijden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Rijd niet door met een ongerepareerde lekke band, ook niet als de band niet helemaal is leeggelopen. Een lekke band kan opeens helemaal leegraken.

Vlakke kanten

Als de Model S gedurende lange tijd heeft stilgestaan, kunnen er vlakke kanten op de banden ontstaan. Deze vlakke kanten zullen een trilling veroorzaken wanneer u weer gaat rijden met de Model S. Deze trilling verdwijnt vanzelf naarmate de banden warm worden en hun oorspronkelijke vorm weer aannemen.

U kunt de banden op de maximale spanning brengen om te voorkomen dat vlakke kanten ontstaan wanneer de auto langere tijd stilstaat. Vergeet niet om de banden eerst weer op de normale spanning te brengen voordat u met de auto gaat rijden.

Levensduur banden verlengen

Houd de banden op de juiste spanning en houd u aan de snelheidslimieten voor een maximale levensduur van de banden. Vermijd:

  • Hard wegrijden, snel accelereren.
  • Bochten op hoge snelheid nemen, hard remmen.
  • Door kuilen en over bulten in de weg rijden.
  • Tegen stoepranden rijden.
  • Dat er schadelijke vloeistoffen op het rubber komen.

Banden en wielen vervangen

Banden verouderen onder invloed van ultraviolet licht, extreme temperaturen, zware belastingen en milieuomstandigheden. Vervang de banden daarom eens per 6 jaar of eerder als nodig blijkt, zelfs als de profieldiepte groter is dan het minimum.

Als banden vroegtijd moeten worden vervangen, bijvoorbeeld door een lekke band, raden we u aan de banden in paren te vervangen tenzij de profieldiepte van de andere banden niet meer dan 1,5 mm verschilt van dat van de nieuwe band. Vervang banden door banden van hetzelfde merk en model. Breng altijd een paar nieuwe banden op de achterwielen aan wanneer alle vier de banden dezelfde bandenmaat hebben. Balanceer altijd het wiel en de band nadat een band is verwisseld. Raadpleeg een professionele bandenspecialist voor meer informatie. Het kan tot 24 uur duren na de bandenwissel of reparatie totdat het bandensmeermiddel volledig is gedroogd en de banden optimaal aan de velgen hechten. Voorkom snel accelereren gedurende deze periode om het slippen van banden op de velgen te voorkomen.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Ongeacht het aantal banden dat wordt vervangen, wordt een complete set passende banden aanbevolen voor optimale prestaties.

Als u andere banden laat monteren, zorg dan dat ze minimaal dezelfde belastings- en snelheidsindex hebben (zie Betekenis van markeringen op banden) als de originele banden.

Zie Wielen en banden voor de technische gegevens van de originele banden en wielen van de Model S.

Wanneer u een band vervangt, moet u de sensoren van het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) opnieuw instellen om zeker te zijn dat ze de juiste waarschuwingen geven wanneer de bandenspanning te laag of te hoog is (zie De TPMS-sensoren opnieuw instellen).

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik in het belang van de veiligheid alleen banden en wielen die aan de originele technische specificaties voldoen. Het gebruik van banden die niet aan de oorspronkelijke specificaties voldoen, kan de goede werking van het TPMS verstoren.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Nooit de snelheidscategorie van uw voertuigbanden overschrijden. De snelheidscategorie staat op de wang van uw banden (zie Betekenis van markeringen op banden).

Asymmetrische banden

Sommige Model S banden zijn asymmetrisch en moeten met de juiste wang aan de buitenzijde op de velg worden gemonteerd. Op de zijkant die naar buiten gericht moet worden, staat het woord OUTSIDE. Let erop dat de banden op de juiste manier op de velgen gemonteerd worden.

Pijl die naar het woord "Outside" op de zijkant van een band wijst
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als de banden verkeerd op de velgen gemonteerd worden, zal de wegligging duidelijk minder zijn.

Aero-doppen verwijderen en monteren

Als uw Model S is voorzien van aero-doppen, moet u deze verwijderen om toegang te krijgen tot de wielmoeren.

Een aero-dop verwijderen:

  1. Pak de aero-dop stevig vast met beide handen.
  2. Trek de aero-dop naar u toe om de bevestigingsklemmen los te maken.

Een aero-dop monteren:

  1. Lijn de aero-dop uit met het ventiel.
  2. Druk het midden van de dop stevig aan om deze op zijn plaats te vergrendelen en werk van daaruit naar buiten toe om de buitenomtrek van elke spaak stevig aan te drukken. Mogelijk moet u de tegenoverstelde zijde van de dop vasthouden totdat alle spaken zijn bevestigd.
  3. Druk het midden van de dop stevig aan met uw handen (niet tegen de dop slaan) om ervoor te zorgen dat deze wordt vergrendeld.
  4. Trek als laatste controle kort aan iedere spaak om te zien of ze op hun plaats zijn vergrendeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Controleer of de aero-dop volledig is bevestigd voordat u gaat rijden, om te voorkomen dat u deze onderweg verliest.

Wielconfiguratie

Als u nieuwe wielen monteert of uw wielen wisselt, wijzig dan de wielconfiguratie van uw auto door te tikken op Bediening > Service > Wiel en band > Wielen. De Model S herkent dan de nieuwe wielen en kan de status van uw auto nauwkeuriger wijzigen. Selecteer een wiel in de vervolgkeuzelijst dat overeenkomt met de nieuwe velgen die u op de Model S wilt monteren. Als u nieuwe wielen in de wielconfiguratie selecteert, worden ook de wielen in de avatar van uw auto op het touchscreen gewijzigd.

U dient na te gaan of uw auto is uitgerust met verschillende wielmaten, wat betekent dat de wielmaat van de voorwielen verschilt van de wielmaat van de achterwielen. Controleer de bandenmaatlabels op de wangen van de voor- en achterbanden om te zien of deze overeenkomen of verschillen. Als de wielmaten verschillen, dient u er extra op te letten dat de nieuw gemonteerde wielen dezelfde verschillende wielmaten hebben.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Het wijzigen van de wielconfiguratie van uw auto kan invloed hebben op de geschatte actieradius, de waarschuwingsniveaus voor bandenspanning en de auto-visualisatie.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik uitsluitend door Tesla goedgekeurde wielen wanneer u wielen monteert of verwisselt. Het gebruik van wielen die niet zijn goedgekeurd door Tesla kan ernstige schade tot gevolg hebben. Tesla is niet aansprakelijk voor schade door het gebruik van wielen die niet zijn goedgekeurd door Tesla.

Bandenspanningscontrole

Oranjekleurig pictogram van een uitroepteken binnen een bandsymbool
De Model S is uitgerust met een bandenspanningcontrolesysteem dat de bestuurder waarschuwt bij een te lage of te hoge bandenspanning met een bandenspanningscontrolelampje. Raadpleeg de sticker met informatie over banden op de portierstijl aan bestuurderszijde voor meer informatie of lees Bandenspanning.

Elke band, inclusief de reserveband (indien aanwezig) moet maandelijks in koude toestand worden gecontroleerd op de door de voertuigfabrikant aanbevolen bandenspanning die wordt vermeld op het typeplaatje of de bandenspanningssticker. (Als er banden met een afwijkende maat op de auto gemonteerd zijn, informeer dan bij de fabrikant naar de juiste bandenspanning.)

Uw auto is uitgerust met een bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) dat een controlelampje voor een te lage spanning weergeeft als de spanning in een of meer banden te laag is. Als het controlelampje voor te lage bandenspanning brandt, moet u stoppen en zo spoedig mogelijk uw banden controleren en lucht bijvullen tot de juiste spanning. Rijden met een zachte band leidt tot oververhitting waardoor de band beschadigd kan raken. Bovendien leidt het tot een hoger verbruik, extra slijtage, minder goede rijeigenschappen en een langere remweg.

Houd er rekening mee dat het TPMS geen vervanging is voor correct onderhoud van de banden en dat de bestuurder zelf verantwoordelijk is voor het handhaven van de juiste bandenspanning, zelfs als de spanning nog niet is afgenomen tot het niveau waarbij TMS het controlelampje voor te lage bandenspanning weergeeft.

TPMS-storing

Uw auto is tevens voorzien van een storingsindicator voor het TPMS-systeem dat een melding weergeeft wanneer het systeem niet naar behoren functioneert. Het storingsindicator van TPMS is gecombineerd met het controlelampje voor te lage bandenspanning. Als het systeem een storing detecteert, knippert het controlelampje gedurende ongeveer één minuut en blijft het vervolgens continu branden. Dit blijft zich herhalen zolang de storing blijft bestaan.

Als het controlelampje brandt, kan het zijn dat het systeem de te lage bandenspanning niet kan detecteren of melden. Storingen met betrekking tot bandenspanningscontrole kunnen allerlei oorzaken hebben, waaronder montage van of vervanging door andere banden of wielen, waardoor het systeem niet goed meer werkt. Controleer na het vervangen van een of meer banden en/of wielen aan de hand van het TPMS-storingslampje of het systeem nog steeds goed werkt met de andere banden of wielen.

Oranjekleurig pictogram van een uitroepteken binnen een bandsymbool
Het TPMS-controlelampje heeft daarvoor een extra functie, naast het melden van de bandenspanning. Als de Model S een storing in het TPMS constateert, knippert dit controlelampje telkens één minuut bij het starten van de Model S.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als een band vervangen is of gerepareerd werd met een ander vulmiddel dan dat van Tesla en er wordt een waarschuwing voor een te lage bandenspanning gegeven, kan het zijn dat de bandensensor beschadigd is.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Het monteren van niet-goedgekeurde accessoires kan de goede werking van het TPMS verstoren.

De TPMS-sensoren opnieuw instellen

De TPMS-sensoren moeten opnieuw ingesteld worden nadat een of meer wielen zijn vervangen (maar niet na vervanging van een band of na het rouleren van wielen) om ervoor te zorgen dat waarschuwingen over de bandenspanning correct zijn.

Op nieuwere versies van de Model S worden de TPMS-sensoren automatisch opnieuw ingesteld nadat er gedurende meer dan 10 minuten sneller is gereden dan 25 km/h. Voor oudere versies gaat u als volgt te werk:

  1. Breng alle banden op hun aanbevolen spanning, zoals vermeld op de sticker met informatie over banden op de middenstijl.
  2. Rijd tien minuten en tik dan op Bediening > Service > Reset TPMS-sensoren.
  3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
    Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
    Let op!
    Het kiezen van de verkeerde wielmaat kan leiden tot onterechte waarschuwingen over de bandenspanning. Als er een waarschuwing over de bandenspanning verschijnt, stap dan uit, sluit de achterbak en alle portieren, wacht tot het touchscreen uit gaat, stap weer in en selecteer de juiste wielmaat voordat u op Reset TPMS-sensoren tikt.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Wanneer u op sommige oudere versies van de Model S kiest voor 21" velgen, kan het TPMS onterecht waarschuwingen in verband met de bandenspanning genereren. Breng de Model S naar een Tesla Service Center voor verdere afstelling.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Stel de TPMS-sensoren niet opnieuw in om de waarschuwingen over de bandenspanning te proberen te wissen.

Een bandenspanningssensor vervangen

Als het controlelampje van de bandenspanning regelmatig verschijnt, maak dan een serviceafspraak met de mobiele app om te bepalen of de bandenspanningssensor vervangen moet worden. Als een ander bedrijf de band vervangt of repareert, zal de bandenspanningssensor mogelijk niet werken tot de set-upprocedure door Tesla is uitgevoerd.

Typen seizoensbanden

Uw bandentype

Het type banden waarmee uw auto bij levering is uitgerust is afhankelijk van het voertuigmodel en het land waarin het is verkocht. Het is belangrijk dat u de capaciteiten van de banden van uw auto kent en weet of deze geschikt zijn voor rijden in de zomer, alle seizoenen, of de winter. Raadpleeg de informatie op de wang van een band over de prestatiekenmerken van de band (zie Betekenis van markeringen op banden).

Zomer- en all-season-banden

Zomerbanden en all-season-banden zijn ontworpen voor optimale prestaties op droog en nat wegdek, maar niet voor goede prestaties onder winterse omstandigheden. All-season-banden zijn ontworpen om in de meeste omstandigheden, het hele jaar rond, voldoende grip te bieden. Het is echter mogelijk dat deze banden bij sneeuw en ijs minder grip bieden dan winterbanden. Vierseizoenenbanden zijn te herkennen aan 'ALL SEASON' en/of 'M+S' (modder en sneeuw) op de wang van de band.

Voor het rijden bij lage temperaturen of op wegen met sneeuw of ijzel raadt Tesla winderbanden aan.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zomer- en all-season-banden bieden onvoldoende grip bij lage temperaturen of op ijs en sneeuw. Het is belangrijk de juiste banden voor winterse omstandigheden te kiezen en te monteren om veiligheid en optimale prestaties van uw Model S te garanderen.

Winterbanden

Gebruik winterbanden om de tractie op sneeuw en ijs te verbeteren. Bij het monteren van winterbanden altijd tegelijk een complete set van vier banden monteren. De vier winterbanden moeten van hetzelfde merk en type zijn en hetzelfde loopvlak en dezelfde diameter hebben.

Sneeuwvlok binnen een bergsymbool
Winterbanden zijn te herkennen aan het symbool van een berg/sneeuwvlokje op de wang.

Wanneer u met winterbanden rijdt, is het mogelijk dat u meer weggeluid hoort, dat de banden eerder verslijten en dat de grip verminderd is op droge wegen.

Als winterbanden zijn gemonteerd, raadpleeg dan het bandenwaarschuwingslabel op de portierstijl.

Sticker met maximale snelheden voor verschillende winterbanden
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Nooit de snelheidscategorie van uw voertuigbanden overschrijden. De snelheidscategorie staat op de wang van uw banden (zie Betekenis van markeringen op banden).

Rijden bij lage temperaturen.

Banden presteren minder goed bij koude temperaturen. Dit betekent minder grip en een grotere kans op ongelukken. Performance-banden (zomerbanden) hebben minder grip bij omgevingstemperaturen lager dan 5° C en worden afgeraden voor omstandigheden met sneeuw en ijs. Performance-banden kunnen tijdelijk stug worden als ze erg koud worden, daardoor kunnen ze de eerste kilometers tijdens het opwarmen rumoerig zijn.

Gebruik van sneeuwkettingen

Tesla heeft de volgende sneeuwkettingen getest en goedgekeurd voor betere grip bij sneeuw. Kettingen mogen alleen op de achterbanden worden gelegd. De goedgekeurde kettingen zijn verkrijgbaar bij Tesla.

Bandenmaat Aanbevolen ketting
19" König K-Summit K45

Monteer nooit kettingen op 21" banden.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Breng geen sneeuwkettingen aan op zomerbanden, anders kunnen deze worden beschadigd.

Volg voor het monteren van de sneeuwkettingen de aanwijzingen en waarschuwingen van de fabrikant. Bren de kettingen gelijkmatig en zo strak mogelijk aan.

Als u sneeuwkettingen gebruikt:

  • Inspecteer de sneeuwkettingen voor elk gebruik op losse en beschadigde schakels.
  • Stel de luchtvering (indien aanwezig) in op Standaard en schakel de instelling Standaard rijhoogte laag uit (zie Luchtvering).
  • Belast de Model S niet te zwaar (door zware ladingen kan de vrije ruimte tussen banden en carrosserie afnemen).
  • Rijd alleen wanneer de kettingen correct zijn gemonteerd.
  • Rijd langzaam. Rijd niet sneller dan 48 km/h.
  • Verwijder sneeuwkettingen weer zodra de omstandigheden dat toelaten.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
In sommige landen is het gebruik van sneeuwkettingen niet toegestaan. Controleer de lokale wetgeving voordat u sneeuwkettingen monteert.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
De luchtvering (indien aanwezig) moet in de rijhoogte Normaal blijven staan om schade te voorkomen.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Het gebruik van andere dan de goedgekeurde kettingen of het gebruik van kettingen op een andere maat banden kan leiden tot schade aan de ophanging, carrosserie, wielen en/of remleidingen. Schade ten gevolge van het gebruik van niet-goedgekeurde sneeuwkettingen of verkeerde montage van sneeuwkettingen valt niet onder de garantie.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Monteer nooit sneeuwkettingen op de voorbanden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Laat nooit de banden leeglopen om de kettingen te monteren. Wanneer u de banden weer oppompt, zitten de kettingen mogelijk te strak en kunnen ze schade aan de banden veroorzaken.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Zorg ervoor dat de kettingen geen onderdelen van de wielophanging of de remleidingen kunnen raken. Als u vreemde geluiden hoort, die erop lijken alsof de kettingen andere onderdelen van de Model S raken, stop dan onmiddellijk en onderzoek wat er aan de hand is.