Summon
Met Summon kunt u de Model S automatisch laten parkeren en laten voorrijden wanneer u zich buiten de auto bevindt. Summon laat de Model S maximaal 12 meter vooruit en achteruit in of uit een parkeerplaats rijden.
Om de Model S een langere afstand te laten rijden en om objecten heen te laten sturen, kunt u Smart Summon (indien aanwezig) en uw mobiele telefoon gebruiken. Met Smart Summon kan de auto u zoeken (of kunt u de auto naar een andere locatie naar keuze sturen). Zie Smart Summon.
Om de Model S te laten rijden moet uw telefoon gekoppeld zijn via Bluetooth (zie Een telefoon of Bluetooth-apparaat koppelen).
Voor Summon is het vereist dat de Model S een geldige sleutel in de directe nabijheid kan detecteren.
Voordat u Summon gebruikt
Voordat u Summon kunt gebruiken, dient u het in te schakelen op het touchscreen en de werking ervan naar wens in te stellen. Tik op
en configureer de volgende instellingen naar wens:- Bumperafstand: Stel de afstand tot een gedetecteerd object in waarbij u Summon wilt laten stoppen (bijvoorbeeld om Summon de auto op slechts enkele centimeters afstand van een garagemuur te laten stoppen). Deze afstand geldt alleen voor objecten die Summon direct vóór de Model S detecteert bij vooruitrijden of direct achter de Model S bij achteruitrijden.
- Summon-afstand: Een maximale afstand instellen die Model S kan rijden bij het rijden in of uit een parkeerplaats.
- Zij-afstand: Kies een optie om aan te geven hoeveel zijafstand u wilt toestaan. Krap laat de Model S zeer krappe parkeerplekken inrijden en verlaten.AttentieParkeren in een krappe ruimte beperkt de mogelijkheid van de camera's en sensoren (indien aanwezig) om nauwkeurig de locatie van obstakels te detecteren, wat het risico van beschadiging van de Model S en/of omliggende objecten vergroot.
- Auto Homelink gebruiken (indien aanwezig): Stel deze instelling in op AAN als u HomeLink wil activeren om een geprogrammeerd HomeLink-systeem (bijvoorbeeld een hek of garagedeur) te openen/sluiten tijdens het parkeren met behulp van Summon. Als deze instelling is ingeschakeld, wordt het systeem automatisch geopend en gesloten wanneer de Model S tijdens een sessie van Summon naar binnen of naar buiten rijdt. Bij een sessie van Smart Summon (indien aanwezig), wordt het systeem automatisch geopend als Smart Summon aan het begin van de sessie detecteert dat de Model S in een garage is geparkeerd.AttentieControleer altijd of de Model S zich volledig in of buiten de garage bevindt voordat HomeLink de garagedeur sluit. Summon en Smart Summon (indien aanwezig) kan niet detecteren of een deur boven de auto wordt gesloten.OpmerkingAls deze instelling is ingeschakeld, wordt het HomeLink-systeem automatisch geopend en gesloten bij gebruik van Summon en automatisch geopend wanneer dat nodig is bij gebruik van gebruik van Smart Summon (indien aanwezig). Om HomeLink in andere situaties automatisch te laten werken (bijvoorbeeld tijdens normaal rijden), moet u de hoofdinstellingen van het HomeLink-systeem wijzigen door te tikken op het HomeLink-pictogram boven in het touchscreen (zie Slimme garage).
Gebruik van Summon om uw auto te parkeren en voor te laten rijden
Volg deze stappen om uw Model S te parkeren met Summon:
- Plaats de Model S binnen 12 meter van de parkeerplaats zodat de Model S in een rechte lijn van of naar de plaats kan rijden in de stand D of R.
- Zorg ervoor dat de sleutel van de Model S zich op korte afstand bevindt.
- Koppel uw telefoon met de Model S via Bluetooth (zie Een telefoon of Bluetooth-apparaat koppelen). Wanneer u eenmaal gekoppeld hebt, maakt uw telefoon telkens automatisch opnieuw verbinding met de Model S. Voor de werking van Summon moet uw telefoon zich binnen circa zes meter van het voertuig bevinden.
- Start de parkeermanoeuvre van buiten de auto door te tikken op Summon op de mobiele app en vervolgens de knop Vooruit of Achteruit ingedrukt te houden.
Summon schakelt de Model S in de stand vooruit of achteruit (gebaseerd op de richting die u hebt opgegeven) en rijdt de parkeerplek in of uit. Als het parkeren is voltooid of wanneer een obstakel is gedetecteerd, schakelt Summon de Model S naar de stand P. Summon schakelt de Model S naar de stand Park wanneer:
- Model S een obstakel op het rijtraject detecteert (binnen de instelling van Bumperafstand die u hebt opgegeven).
- Summon de Model S over de maximale afstand van 12 meter heeft verplaatst.
- U de knop Vooruit of Achteruit loslaat.
- U op een willekeurige knop drukt om Summon te stoppen.
Als u Summon gebruikt om de Model S te parkeren, kunt u vervolgens Summon gebruiken om de Model S terug te laten rijden naar zijn oorspronkelijke plaats (aangenomen dat de Model S in de stand P (Parkeren) is blijven staan) of de maximale Summon-afstand die u hebt ingesteld (afhankelijk van wat het eerst wordt bereikt). Geef de tegenovergestelde richting aan in de mobiele app en Summon verplaatst de Model S over het oorspronkelijke traject, onder voorwaarde dat er geen nieuwe obstakels zijn. Als een obstakel wordt gedetecteerd, probeert de Model S het obstakel te vermijden en tegelijkertijd zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke traject te blijven (Summon stuurt niet om obstakels heen).
Stoppen of Summon annuleren
U kunt de Model S op ieder moment stoppen wanneer Summon actief is met behulp van de mobiele app of door op een willekeurige knop op de sleutel te drukken. Summon wordt ook geannuleerd wanneer:
- Een portiergreep wordt bediend of een portier wordt geopend.
- U de stuurwiel, het rempedaal of het gaspedaal bedient, of schakelt.
- Model S detecteert een obstakel.
- Summon de Model S de maximale afstand van ca. 12 meter heeft verplaatst.
- Uw telefoon naar de slaapstand schakelt of geen verbinding meer heeft met de Model S.
Beperkingen
Het risico dat Summon niet naar behoren functioneert, is met name in de volgende situaties groot:
- Het rijtraject hellend verloopt. Summon is bedoeld voor vlakke wegen (tot een helling van 10%).
- Een hoge betonrand wordt gedetecteerd. Summon rijdt de Model S niet over een rand die hoger is dan ongeveer 2,5 cm.
- Een of meer sensoren (indien aanwezig) of camera's zijn beschadigd, vuil of worden belemmerd (bijvoorbeeld door modder, ijs of sneeuw of door een autohoes, te veel lak of zelfklevende producten zoals folie, stickers, rubbercoating enz.).
- Weersomstandigheden (zware regen, sneeuw, mist of extreem hoge of lage temperaturen) de goede werking van de sensoren belemmeren.
- De sensoren (indien aanwezig) worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone geluidsgolven produceren.