Schakelen
Schakelen
Als de Model S in stand P (Parkeren) staat, moet u het rempedaal intrappen om te schakelen.
Beweeg de rijhendel omhoog of omlaag om naar verschillende rijmodi te schakelen. Er klinkt een geluid bij het schakelen.
Als u tijdens het rijden probeert te schakelen wanneer dat niet mogelijk is vanwege de snelheid waarmee u op dat moment rijdt, klinkt er een waarschuwingssignaal en wordt de desbetreffende rijmodus niet ingeschakeld.
Als u geluidssignalen bij schakelen wilt uitschakelen, tik dan op
.Achteruit
Duw de rijhendel helemaal omhoog en laat deze dan los. Het inschakelen van stand R (Achteruit) is alleen mogelijk als de Model S stilstaat of rijdt met een snelheid van minder dan 8 km/h.
Neutraal
In de stand N (Neutraal) kan de Model S vrij rollen wanneer u het rempedaal loslaat:
- Als de auto in de parkeerstand staat, schakelt u naar neutraal door de rijgendel kort omhoog of omlaag naar de eerste stand te bewegen.
- Als de auto in de rijstand staat, schakelt u naar neutraal door de rijgendel kort omhoog naar de eerste stand te bewegen. Als Automatisch sturen of Traffic-aware cruise control (indien aanwezig) actief is, moet u de rijhendel omhoog naar de eerste stand drukken en de hendel langer dan 1 seconde in die stand houden. Automatisch sturen of Traffic-aware Cruise Control wordt dan uitgeschakeld.
- Als de auto in de achteruitrijstand staat, schakelt u naar neutraal door de rijgendel kort omlaag naar de eerste stand te bewegen.
Als de Model S in stand P (Parkeren) staat en u de parkeerrem vrijgeeft via het touchscreen ( ), wordt de Model S automatisch in stand N (Neutraal) gezet (zie Parkeerrem).
Rijden
Duw de rijhendel helemaal omlaag en laat deze dan los. Het inschakelen van stand D (Rijden) is alleen mogelijk als de Model S stilstaat of achteruitrijdt met een snelheid van minder dan 8 km/h.
Parkeren
Druk op het uiteinde van de rijhendel terwijl de Model S stilstaat.
Model S schakelt automatisch naar de parkeerstand om wegrollen bij rijden met lage snelheid te voorkomen. Dit gebeurt wanneer u een laadkabel aansluit, uw veiligheidsgordel losmaakt of het portier opent in de rij- of neutraalstand. Zorg ervoor dat de laadkabel is ontkoppeld, gesp uw veiligheidsgordel vast en sluit het portier voordat u uit de parkeerstand schakelt.
Om ervoor te zorgen dat passagiers gemakkelijk kunnen instappen, kunt u ook op elk moment alle portieren ontgrendelen en/of de portiergrepen naar buiten laten komen door naar de stand P (Parkeren) te schakelen en vervolgens een tweede keer op de knop P te drukken.