Kinderzitjes
Richtlijnen voor kinderzitjes
Neem baby's en kleine kinderen altijd mee in een kinderzitje dat geschikt is voor leeftijd, gewicht en lengte. Als het in uw land wettelijk is toegestaan om een kind op de passagiersstoel voorin te laten plaatsnemen, mag u een kind nooit op deze stoel laten plaatsen wanneer de airbag voor die zitplaats is ingeschakeld (zie Airbags), zelfs niet wanneer het kind in een kinderzitje of op een zitverhoger zit. Dit kan tot ERNSTIG of zelfs DODELIJK LETSEL leiden.
Raadpleeg het volgende label dat op de zonnekleppen is aangebracht.
De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de bovenhoek van het touchscreen aangegeven:
Zie Airbags voor nadere gegevens over het instellen van de frontairbag aan passagierszijde.
Een kinderzitje kiezen
Raadpleeg de volgende tabellen voor richtlijnen in verband met het type van de geïnstalleerde veiligheidsgordel en van het kinderzitje met ISOFIX/i-Size-bevestiging op basis van het gewicht van het kind.
Kinderzitjes met veiligheidsgordelbevestiging
Gewichtsklasse | Voorpassagier | Buitenste zitplaatsen achterin | Midden achterinC | |
---|---|---|---|---|
Klasse 0 | tot 10 kg | X | U | U |
Klasse 0+ | tot 13 kg | LA | U | U |
Klasse I | 9 - 18 kg | UFB | U, UF | U, UF |
Klasse II | 15 - 25 kg | UFB | U, UF | U, UF |
Klasse III | 22 - 36 kg | UFB | U, UF | U, UF |
U: Universeel, tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. UF: Universeel, in de rijrichting geplaatst kinderzitje. L: Speciaal geschikt voor deze kinderzitjes: Max-Cosi Cabrio/Cabriofix E4 04443517 of Takata Mini E4 04443717. X: Stand van stoel is niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse. A De stoel moet zo ver mogelijk omlaag en naar achteren gezet worden. B De stoel moet zo ver mogelijk omhoog en naar achteren gezet worden. C Als de Model S uitgerust is met de optionele executive zitplaatsen achter, is de middelste zitplaats achterin niet beschikbaar. Opmerking Bevestig zitverhogingen alleen met veiligheidsgordels (gebruik geen ISOFIX/i-Size-bevestiging). |
Kinderzitjes met ISOFIX-bevestiging
Gewichtsklasse | Klasse | Bevestiging | ISOFIX-positie buitenste zitplaatsen achterin | |
---|---|---|---|---|
Klasse 0 | tot 10 kg | E | R1 Opmerking Bevestig zitverhogingen alleen met veiligheidsgordels (gebruik geen ISOFIX-bevestiging). |
IL |
Klasse 0+ | tot 13 kg | E | R1 | ILA, C |
D | R2 | ILA, C | ||
C | R3 | ILA, C | ||
Klasse I | 9 - 18 kg | D | R2 | ILB |
C | R3 | ILB | ||
B | F2 | IUF, ILB, D | ||
B1 | F2X | IUF, ILB, D | ||
A | F3 | IUF, ILB, D | ||
IL: Geschikt voor elk semi-universeel kinderzitje (in rijrichting/tegen rijrichting met voetensteun). IUF: Geschikt voor elk universeel kinderzitje (in rijrichting geplaatst met verankeringspunt). AAanbeveling: Takata Mini E4 04443717. BAanbeveling: Takata Midi E4 04444204. CAanbeveling: Maxi-cosi Cabriofix/Easyfix E4 04443517. DAanbeveling: Maxi-cosi Pearl/Familyfix E4 043908. |
Grotere kinderen
Gebruik een geschikte zitverhoging als een kind te groot is voor een kinderzitje maar nog niet groot genoeg om de veiligheidsgordel goed te kunnen gebruiken. Volg exact de instructies van de fabrikant voor het plaatsen en het gebruik van een zitverhoger.
Twee plaatsingsmethoden
Hoewel er vele andere varianten zijn, zijn er in het algemeen twee soorten kinderzitjes, gebaseerd op de manier waarop zij op de stoel worden bevestigd:
- Met gordelbevestiging - worden bevestigd met behulp van de veiligheidsgordels van de auto (zie Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren).
- ISOFIX/i-Size - worden bevestigd aan de verankeringspunten in de stoelen van de auto (zie ISOFIX-kinderzitjes installeren).
Sommige kinderzitjes kunnen op beide manieren bevestigd worden. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van het kinderzitje om te bepalen welke plaatsingsmethode u moet gebruiken en voor aanwijzingen voor het plaatsen.
In de Model S kunnen systemen met gordelbevestiging op elke passagiersstoel worden geplaatst. ISOFIX/i-Size-systemen kunnen op de buitenste zitplaatsen achterin worden geplaatst. Hieronder leest u welk type kinderzitje op welke zitplaats kan worden gebruikt.
Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren
Controleer eerst of het kinderzitje geschikt is voor het gewicht, de lengte en de leeftijd van het kind.
Trek kinderen niet al te dikke kleren aan en plaats geen voorwerpen tussen het lichaam en de riempjes.
Stel de riempjes elke rit op de juiste lengte af.
Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje. Hieronder vindt u enkele algemene richtlijnen.
- Plaats het kinderzitje in de Model S en trek de veiligheidsgordel helemaal uit. Volg de instructies van de fabrikant om de riem door het kinderzitje te voeren, en steek de gesp in de gordelsluiting.
- Laat de gordel strak oprollen, zorg dat er geen speling overblijft door het kinderzitje bij het oprollen van de gordel stevig in de stoel van de Model S te drukken.
- Bevestig de bovenste bevestigingsriem(en) volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje (zie Bovenste riemen bevestigen).
ISOFIX-kinderzitjes installeren
Onderste ISOFIX/i-Size-verankeringspunten bevinden zich op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij. De verankeringspunten bevinden zich tussen de rugleuning en zitting van de betreffende stoelen. De precieze plaats van elk verankeringspunt is aangegeven met een identificatieknop voor het zitje, zie onderstaande afbeelding. De knop bevindt zich op de rugleuning van de stoel, direct boven het bijbehorende verankeringspunt.
Plaats op de tweede zitrij ISOFIX/i-Size-kinderzitjes alleen op de buitenste zitplaatsen. Gebruik in het midden alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden.
Om een ISOFIX/i-Size-kinderzitje te plaatsen, dient u zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het kinderzitje te lezen en te volgen. In deze instructies wordt beschreven hoe u het kinderzitje op de verankeringspunten schuift totdat het zitje hoorbaar vastklikt. Mogelijk moet u het kinderzitje stevig tegen de rugleuning drukken om het goed te bevestigen.
Stel de bevestiging af totdat het kinderzitje stevig tegen de rugleuning is bevestigd. Controleer of het kinderzitje goed is bevestigd.
Voordat u een kind in het kinderzitje zet, dient u te controleren of het kinderzitje stevig is bevestigd. Pak de voorkant van het kinderzitje aan weerszijden vast en probeer:
- Het kinderzitje heen en weer te draaien.
- Het kinderzitje van de stoel te trekken.
Als het kinderzitje van de stoel beweegt, zijn beide vergrendelingen niet volledig in de verankeringspunten van de stoel bevestigd. Plaats het zitje dan opnieuw en probeer het nog eens. Het is essentieel dat beide vergrendelingen op het kinderzitje volledig zijn bevestigd.
Bovenste riemen bevestigen
Als het zitje aan de bovenzijde een riem heeft, haak de riem dan vast aan het verankeringspunt op de rugleuning van de achterste stoelen.
Bij dubbele bevestigingsriemen dient er aan weerszijden van de hoofdsteun een riem te worden aangebracht.
Een kinderzitje testen
Controleer altijd of een kinderzitje goed vastzit voordat u er een kind inzet:
- Pak het zitje vast waar de riem door het zitje loopt, en probeer het zitje heen en weer en van voor naar achter te schuiven.
- Als het zitje meer dan 2,5 cm speling heeft, zit het te los. Trek de riem strakker of druk een ISOFIX/i-Size-zitje opnieuw vast in de verankeringspunten.
- Plaats het zitje op een andere zitplaats of gebruik een ander kinderzitje als het niet lukt om het zitje goed vast te zetten.