Airbags
Plaats van airbags
De airbags bevinden zich op de locaties die hieronder globaal worden aangegeven. Op de zonneklep is een waarschuwing over de airbags aangegeven.
Model 3 is uitgerust met een airbag en heup-/schoudergordel (ook wel veiligheidsgordel genoemd) op beide zitplaatsen voorin. Alle inzittenden van de auto, waaronder de bestuurder, moeten altijd hun veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze aanvullend beschermd worden door een airbag op de plaats waar ze zitten. Dit om het risico op ernstige verwonding of overlijden te minimaliseren in geval van een botsing.
- Alleen Verenigde Staten: Knie-airbag
- Frontairbags
- Zijairbags in de stoelenOpmerkingUw auto is tevens uitgerust met een airbag in het binnenste deel van de bestuurdersstoel.
- Gordijnairbags
Werking van airbags
Airbags worden opgeblazen wanneer sensoren een botsing detecteren die de drempels voor activering overschrijdt. Deze drempels bestaan om de ernst van een botsing op tijd te voorspellen zodat de airbags de inzittenden van de auto kunnen beschermen. Een airbag wordt met een luide knal in een fractie van een seconde opgeblazen. De airbag zorgt er samen met de veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet naar voren schieten en beperken zo de kans op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van achteren, bij het over de kop slaan van de auto, aanrijdingen van opzij en bij een noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Op dezelfde wijze worden frontairbags mogelijk niet altijd geactiveerd bij alle botsingen aan de voorzijde, aan de onderzijde, of lichte botsingen met smalle objecten (zoals palen). Het kan voorkomen dat de auto ernstig beschadigd raakt terwijl de airbags niet afgaan en omgekeerd, dat de schade relatief beperkt blijft maar de airbags wel geactiveerd worden. Daarom kan niet aan het uiterlijk van de auto aan de buitenkant worden vastgesteld of de frontairbags geactiveerd hadden moeten worden.
Soorten airbags
Model 3 heeft de volgende typen airbags:
- Frontairbags: De frontairbags zijn ontworpen om verwondingen bij grotere kinderen en volwassenen op de voorstoelen te beperken. Volg alle waarschuwingen en instructies op met betrekking tot het laten zitten van een kind op de voorste passagiersstoel (indien toegestaan in uw land). Zie Kinderzitjes.
- Knie-airbags: De knie-airbags en frontairbags werken in combinatie. Knie-airbags voorkomen dat de voorste inzittenden naar voren schieten door hun benen tegen te houden. Doordat de inzittenden beter rechtop blijven zitten, kunnen de frontairbags effectiever werken.
- Zijairbags in de stoelen: Een zijairbag in de voorstoelen draagt bij aan de bescherming van bekken en borstkas; de zijairbags aan de buitenzijde in het binnendeel van de bestuurdersstoel draagt bij aan de bescherming van hoofd en romp. De zijairbags in de stoelen aan zowel de kant van de botsing als de andere kant van de auto worden opgeblazen in het geval van een zware botsing van opzij en een frontale botsing uit het midden.
- Gordijnairbags: Gordijnairbags dragen bij aan de bescherming van het hoofd. De gordijnairbags aan zowel de kant van de botsing als de andere kant van de auto worden alleen opgeblazen bij zware aanrijdingen van opzij en als de auto over de kop slaat.
Indicator van airbagstatus
De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de bovenhoek van het touchscreen aangegeven:
- Airbags
- Veiligheidsgordels met gordelspanners en lastbegrenzers
- Botsingssensoren
- Bezettingssensoren
- Gordelsensoren
- Kabelboom van passieve veiligheidscomponenten
- RCM-boordcomponenten (bijv.: versnellingsmeter en andere passieve veiligheidscomponenten)
Na deze controle, gaat de airbagindicator uit. Als het airbagsysteem een storing in een van de bovengenoemde componenten detecteert, blijft de airbagindicator aan. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met Tesla Service. Ga niet rijden voordat het airbagsysteem is gecontroleerd door Tesla.
Detectie van passagier voorin
Model 3 heeft een bezettingssensor in de voorste passagiersstoel die de status van de frontairbag regelt.
Objectclassificatie | Status passagiersairbag OCS* | Status indicator | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Leeg | UIT | AIRBAG PASSAGIER UIT | |
Object | UIT* of AAN** | AIRBAG PASSAGIER UIT of AIRBAG PASSAGIER AAN | Afhankelijk van materiaal/bestanddelen. |
Tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje bedoeld voor kinderen tot één jaar | UIT | AIRBAG PASSAGIER UIT | 22 lbs (10 kg) of minder |
In de rijrichting geplaatst kinderzitje | UIT* of AAN** | AIRBAG PASSAGIER UIT of AIRBAG PASSAGIER AAN | 22-35 lbs (10-16 kg) |
Kind op zitverhoger | UIT* of AAN** | AIRBAG PASSAGIER UIT of AIRBAG PASSAGIER AAN | Minder dan 51 lbs (23 kg) |
Groot kind | UIT* of AAN** | AIRBAG PASSAGIER UIT of AIRBAG PASSAGIER AAN | 51-103 lbs (23-47 kg) |
Meisje in 5e percentiel of langer (op gewicht) | AAN | AIRBAG PASSAGIER AAN | Meer dan ongeveer 103 lbs (47 kg) |
* Als de statusindicator van de passagiersairbag niet overeenkomt met de situatie, mag u de stoel niet gebruiken. De passagier moet op een andere stoel plaatsnemen. Maak een serviceafspraak met de mobiele app. |
Om er zeker van te zijn dat het detectiesysteem de bezettingsstatus correct kan bepalen, moet u controleren of er geen:
- objecten vastzitten onder de stoel.
- Zware objecten op de stoel (aktetas, grote handtas, etc.).
- objecten tussen de rugleuning en de zitting zijn geduwd.
- bagage tegen de zitting duwt.
- items zijn toegevoegd die bevestigd zijn aan, op of tussen de stoel en inzittende, zoals onder meer hoezen, matten, dekens, enz.
Dit alles kan de werking van de bezettingssensor beïnvloeden. Als u het bovenstaande hebt uitgesloten en de airbagstatus is nog steeds onjuist, vraag passagiers dan plaats te nemen op de achterbank en maak een serviceafspraak met de mobiele app om het airbagsysteem te laten controleren.
Zorgen voor nauwkeurige detectie van inzittenden
Om ervoor te zorgen dat nauwkeurig de gewichtsklasse van een inzittende op de passagiersstoel voorin kan worden bepaald, moet deze passagier:
- De veiligheidsgordel dragen.
- Rechtop zitten in het midden van de zitting, met de schouders tegen de rugleuning en de benen comfortabel gestrekt met beide voeten op de vloer.
- Op de zitting blijven zitten en niet het gewicht van de stoel nemen (bijvoorbeeld door zich op te drukken met de voeten of met de armen op de middenconsole of armsteun).
- Geen dikke, natte of zware kleding dragen (zoals een skipak of kleding met dikke voeringen).
Naast de bovengenoemde zaken kunnen de volgende situaties de nauwkeurigheid van het Occupant Classification System verminderen:
- Een radiozender (bijvoorbeeld een jachtradio of walkietalkie) op de passagiersstoel voorin leggen.
- Een AC/DC-omvormer of een apparaat dat door deze omvormer wordt gevoed (bijvoorbeeld een mobiele telefoon, tablet of laptop) op de zitting van de passagiersstoel voorin leggen.
- Zaken als frisdrankflessen of broodtrommels op de autostoel leggen waarop het kinderzitje is geplaatst.
- En kinderzitje onjuist plaatsen. waarbij het onderste deel niet tegen de zitting is geplaatst.
- Voorwerpen onder de stoel of tussen de rugleuning en de zitting.
- Zware objecten op de stoel (aktetas, grote handtas).
- Bagage die tegen de stoel wordt gedrukt.
- Artikelen die zijn bevestigd of geplaatst tussen de stoel en de inzittende, zoals stoelhoezen, matten, dekens etc.
Dit alles kan de werking van de bezettingssensor beïnvloeden. Als u het bovenstaande hebt uitgesloten en de airbagstatus is nog steeds onjuist, verzoek passagiers dan plaats te nemen op de achterbank en maak een serviceafspraak met de mobiele app om het airbagsysteem te laten controleren.
Voorbeelden van juiste en onjuiste zithouding
Juiste zithouding:
Onjuiste zithouding - de voeten van de passagier moeten op de vloer rusten:
Juiste zithouding - de passagier mag niet naar voren schuiven op de zitting van de stoel:
Onjuiste zithouding - de passagier mag de rugleuning niet in de ligstand zetten tijdens het rijden:
Effecten van het opblazen
Na het opblazen lopen de airbags weer leeg om de inzittenden gelijkmatig op te kunnen vangen en de bestuurder vrij zicht te geven.
Als airbags zijn geactiveerd of wanneer uw auto betrokken is geweest bij een aanrijding, is onderhoud noodzakelijk voordat de auto kan worden gestart. Bovendien moeten de airbags, gordelspanners en alle gerelateerde componenten worden gecontroleerd en, indien nodig, worden vervangen. Maak onmiddellijk een serviceafspraak met de mobiele app.
Als bij een aanrijding de airbags afgaan:
- Alleen Verenigde Staten: Uw voertuig belt automatisch 911 als is ingeschakeld. Op het touchscreen worden zowel instructies voor het annuleren als een timer weergegeven.
- Worden de portieren ontgrendeld.
- Worden de alarmknipperlichten ingeschakeld.
- Wordt de interieurverlichting ingeschakeld.
- Wordt het hoogspanningscircuit uitgeschakeld.
- Worden de ramen in de ventilatiestand gezet.
- Remt de auto tot stilstand.