Automatisch inparkeren
Automatisch inparkeren maakt gebruik van gegevens om parkeren op openbare wegen door de Model 3 te fileparkeren en haaks in te parkeren te vergemakkelijken.
Als uw toegang tot Automatisch sturen en Full Self-Driving (onder toezicht) wordt opgeschort, verliest u ook de toegang tot Automatisch inparkeren. Zie Opschorting Autopilot voor meer informatie.
Parameters
Automatisch inparkeren detecteert mogelijke parkeerplaatsen op basis van de volgende parameters:
- Uw rijsnelheid moet lager zijn dan 8 mph (13 km/h). Als u te snel rijdt, kan Automatisch inparkeren mogelijk niet nauwkeurig uw gewenste parkeerplaats detecteren.
- De parkeerplaats moet ten minste even breed zijn als uw voertuig.
- De parkeerplaats moet ten minste drie zichtbare lijnen hebben, zoals parkeervaklijnen, wegmarkeringen of onderscheidende stoepranden. Automatisch inparkeren werkt mogelijk niet in bijvoorbeeld een garage zonder drie zichtbare parkeervaklijnen.
- Automatisch inparkeren werkt mogelijk niet op wegdek met een grove structuur, zoals bijvoorbeeld stenen bestrating of kinderkoppen.
- Uw rijsnelheid moet lager zijn dan 8 mph (13 km/h). Als u te snel rijdt, kan Automatisch inparkeren mogelijk niet nauwkeurig uw gewenste parkeerplaats detecteren.
- Er moet zich een voertuig vóór of achter de parkeerplaats bevinden waar u wilt parkeren.
Automatisch inparkeren gebruiken
Volg tijdens het rijden deze stappen om Automatisch inparkeren de Model 3 in een parkeerplaats te doen manoeuvreren:
- Rijd lang langzaam en let op het touchscreen om de mogelijke parkeerplaatsen te zien die Autopilot heeft gedetecteerd. Als de Model 3 zo is gepositioneerd dat hij achteruit kan rijden in een van de gedetecteerde plaatsen, geeft het touchscreen mogelijke vrije parkeerplaatsen weer.OpmerkingDe gedetecteerde parkeerplaatsen verschijnen alleen als de positie van het voertuig en/of de omgeving zodanig zijn dat Automatisch inparkeren een correct traject kan bepalen. Als Automatisch inparkeren geen correct traject kan bepalen (bijvoorbeeld bij het rijden in een smalle straat waarin de neus van de auto zich bij het inparkeren over de andere weghelft zou uitstrekken), kunt u het voertuig verplaatsen, een andere parkeerplek zoeken of proberen handmatig te parkeren.
- Kies een plaats. Controleer of deze geschikt en veilig is en rijd dan ongeveer tot één autolengte voorbij de parkeerplek vooruit (zoals u normaal zou doen bij fileparkeren of bij achteruit inparkeren op een haakse parkeerplek).
- Laat het stuurwiel los en houd vervolgens Automatisch inparkeren ingedrukt in de rijmodusstrook op het touchscreen. U kunt de knop loslaten zodra Automatisch inparkeren wordt ingeschakeld.
- Automatisch inparkeren geeft een bericht weer wanneer het parkeren is voltooid.
Als u het rempedaal intrapt wanneer Automatisch inparkeren de Model 3 actief parkeert, zal de parkeerprocedure worden onderbroken totdat u op Hervatten op het touchscreen tikt.
- Hinder de bewegingen van het stuurwiel niet. Als u dat doet, wordt Automatisch inparkeren geannuleerd.
- Controleer voortdurend uw omgeving. Wees paraat om te remmen om auto's, voetgangers of objecten te vermijden.
- Let goed op het touchscreen, om er zeker van te zijn dat u de instructies van Automatisch inparkeren ziet.
Het parkeren pauzeren
Trap één keer op het rempedaal om Automatisch inparkeren te pauzeren. Model 3 stopt en gaat pas verder wanneer u op Hervatten op het touchscreen tikt.
Het parkeren annuleren
- De parkeerprocedure uit meer dan zeven bewegingen bestaat.
- Model 3 detecteert dat de bestuurder uitstapt.
- Een portier wordt geopend.
- U trapt het gaspedaal in.
- U trapt het rempedaal in terwijl Automatisch inparkeren is gepauzeerd.
- Automatic Emergency Braking wordt ingeschakeld (zie Collision Avoidance Assist).