Parkeerhulp
Model 3 is ontworpen om de aanwezigheid van objecten te detecteren. Als u langzaam rijdt (bijvoorbeeld tijdens parkeren), waarschuwt het voertuig u voor eventuele objecten in de directe nabijheid van de Model 3. Het voertuig waarschuwt u wanneer objecten vóór de Model 3 worden gedetecteerd als u vooruitrijdt en achter de Model 3 wanneer u achteruitrijdt.
Tesla Vision parkeerhulp
Met behulp van de camera's aan de voorzijde, achterzijde en zijkanten van de Model 3 stelt het voertuig een waarheidsgetrouwe reproductie samen van de objecten rondom de touchscreen.
De kleuren in de visualisatie geven de afstand tussen de Model 3 en het weergegeven object aan. Rood betekent dichter bij de Model 3 en geel is verder van de Model 3.
Visuele en hoorbare feedback
Wanneer u de achteruitversnelling inschakelt, wordt het beeld van de parkeerhulp aan de touchscreen weergegeven. Hierin ziet u objecten die zich dicht bij de voor- en achterkant van de Model 3 bevinden. Dit beeld wordt gesloten wanneer u Drive inschakelt, tenzij een object dicht bij de voorkant van de Model 3 worden gedetecteerd. In dat geval wordt het beeld van de parkeerhulp automatisch gesloten wanneer u de snelheid overschrijdt waarbij parkeerhulp actief. Bij het achteruitrijden verschijnt er ook visuele feedback op het touchscreen (zie Achteruitrijcamera('s)). U kunt het beeld van de parkeerhulp op het touchscreen automatisch sluiten door op de X te tikken.
Als u langzaam rijdt terwijl de Camera-app op het touchscreen wordt weergegeven, kunt u naar het beeld van de parkeerhulp schakelen door op de knop in de linkerbovenhoek van het scherm van de Camera-app te tikken. Dit is handig als u hulp nodig hebt bij fileparkeren.
Als het geluid is ingeschakeld (zie Hoorbare feedback regelen), hoort u een waarschuwingssignaal tijdens het manoeuvreren.
Hoorbare feedback regelen
U kunt de parkeerhulp met en zonder geluidssignaal gebruiken. Om het geluid in of uit te schakelen, tikt u op
.Beperkingen en valse waarschuwingen
In de volgende omstandigheden functioneert de parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
- Een of meer sensoren (indien aanwezig) of camera's zijn beschadigd, vuil of worden belemmerd (bijvoorbeeld door modder, ijs of sneeuw of door een autohoes, te veel lak of zelfklevende producten zoals folie, stickers, rubbercoating enz.).
- Het object is te laag, ongeveer 20 cm (bijvoorbeeld een trottoirband of een lage drempel).Let op!Kortere gedetecteerde objecten (zoals stoepranden of lage drempels) kunnen zich in de dode hoek bevinden. Model 3 kan u niet waarschuwen voor een object dat zich in de dode hoek bevindt.
- Weersomstandigheden (zware regenval, sneeuw of mist).
- Het object is te dun (bijvoorbeeld een dun paaltje).
- Het obstakel is buiten het bereik van Parkeerhulp.
- Het object absorbeert geluid of is zacht (bijvoorbeeld poedersneeuw).
- Het object is afgeschuind (bijvoorbeeld een oprit).
- Model 3 is geparkeerd of er is met de auto gereden bij extreem lage of hoge temperaturen.
- Het object bevindt zich te dicht bij de bumper.
- De bumper is beschadigd of hangt scheef.
- Er iets op de bumper van de Model 3 is gemonteerd waardoor Parkeerhulp wordt belemmerd (bijvoorbeeld een fietsendrager of bumpersticker).
- Model 3 vrij in de tegengestelde richting rolt (Parkeerhulp geeft bijvoorbeeld geen waarschuwing weer als de Model 3 achteruit van een helling rolt terwijl Drive (D) is gekozen).
Andere parkeerhulpmiddelen
In aanvulling op de parkeerhulp is er ook het beeld van de achteruitrijcamera dat bij het inschakelen van de achteruitversnelling automatisch op het scherm van de Model 3 verschijnt (zie Achteruitrijcamera('s)).