Aanwijzingen voor sleepdiensten
NIET TRANSPORTEREN MET DE WIELEN OP DE GROND
De motor(en) in de Model 3genereert stroom wanneer de wielen draaien. Transporteer de Model 3 altijd met alle vier de wielen van de grond. Zorg ervoor dat de wielen tijdens het transport niet kunnen draaien.
Transporteer de Model 3 niet op andere manieren dan aangegeven door Tesla. Volg de instructies in de volgende hoofdstukken en neem alle waarschuwingen en aandachtspunten in acht. Schade ten gevolge van verkeerd transport van de auto valt niet onder de garantie.
Goedgekeurde transportmethoden
Transport van de Model 3 op een autoambulance of vergelijkbaar transportvoertuig is de aanbevolen transportmethode. Op een autoambulance mag de auto zowel in de rijrichting als tegen de rijrichting in worden geplaatst.
Als de Model 3 zonder autoambulance moet worden getransporteerd, moeten wielliften en dolly's worden gebruikt om er voor te zorgen dat alle vier de wielen van de grond zijn. Deze methode mag uitsluitend over een afstand van maximaal 55 km worden gebruikt en de voorgeschreven rijsnelheid van de fabrikant van de dolly mag niet worden overschreden. Bij deze methode raadt Tesla aan de auto in de rijrichting te plaatsen, zodat de voorwielen zijn geheven en de achterwielen op de dolly's rusten.
Transportmodus activeren
De transportmodus zorgt ervoor dat de parkeerrem uitgeschakeld blijft wanneer de Model 3 op een autoambulance wordt gesleept. Als de transportmodus actief is, wordt een bericht weergegeven dat de auto vrij kan rollen. Transportmodus inschakelen:
- Laagspanning voeding is vereist. U kunt het touchscreen niet gebruiken om de transportmodus in te schakelen wanneer de Model 3 geen voeding heeft.
- Model 3 moet een sleutel detecteren. De transportmodus is alleen beschikbaar wanneer een sleutel is gedetecteerd.
- Controleer dat de auto niet is aangesloten op een lader. Transportmodus is niet beschikbaar wanneer de Model 3 nog is aangesloten op de lader.
Transportmodus activeren:
- Zorg ervoor dat de Model 3 in de stand P (Park) staat.
- Zet de wielen vast met wielblokken of controleer of de Model 3 goed is geborgd.
- Trap het rempedaal in en houd het ingetrapt en tik dan op het touchscreen op Model 3 correct transporteert. . Op het touchscreen wordt een bericht weergegeven dat aangeeft hoe u de
- Druk op de knop Transportmodus. Als deze knop blauw is, is Transportmodus ingeschakeld. Model 3 kan nu vrij rollen en kan langzaam worden gerold (niet sneller dan stapvoets) of met een lier worden gesleept.
Om Transportmodus te annuleren, tikt u opnieuw op Transportmodus of zet u de Model 3 in de parkeerstand. Als uw telefoonsleutel niet is gedetecteerd, wordt bij het annuleren van Transportmodus de Model 3 uitgeschakeld. Mogelijk hebt u uw sleutelkaart nodig om de auto opnieuw te starten.
Op de autoambulance slepen
- Zoek het sleepoog. Het sleepoog bevindt zich in de bagageruimte voor.
- Uw auto is uitgerust met twee sleepoog-afdekkingen: één aan de voorzijde en één aan de achterzijde. Om een afdekking van het sleepoog te openen, maakt u de afdekking van het sleepoog los door stevig op de rechterbovenrand ervan te drukken totdat deze naar binnen kantelt en dan het verhoogde deel voorzichtig naar u toe te trekken.OpmerkingAlleen de afdekking van het sleepoog aan de voorzijde bevat positieve (+) en negatieve aansluitklemmen om de voorbak te openen.
- Steek het sleepoog volledig in de opening en draai het linksom tot het stevig is bevestigd.
- Bevestig de lierkabel aan het sleepoog.Let op!Controleer of het sleepoog goed vastzit voordat u aan de kabel trekt.
- Transportmodus activeren.
- Sleep de Model 3 langzaam op de autoambulance.
De wielen vastzetten
De wielen van de auto moeten worden vastgezet op de autoambulance door middel van de achtpunts bevestigingsmethode:
- Zorg dat de metalen delen van de spanbanden de carrosserie en de velgen niet kunnen raken.
- Leg spanbanden niet over de carrosseriedelen en steek ze niet door de wielen.
Als de auto geen voeding heeft
Als de Model 3 geen laagspanning-voeding heeft, voer dan de volgende stappen uit om de kap te openen of de laagspanning-batterij te starten met startkabels.
- Open de voorklep. Zie De voorklep openen wanneer voeding ontbreekt voor meer informatie over het openen van de voorklep wanneer de auto geen voeding heeft.
- De laagspanning-batterij starten met startkabels (zie Starten met startkabels).